| |
Werelderfgoed in
Zweden
De lijst van
Werelderfgoederen van de Unesco omvat gebieden of objecten die een
onvervangbaar onderdeel van het culturele of natuurlijke werelderfgoed vormen.
In 1972 werd het Werelderfgoedverdrag opgesteld om bijzondere bescherming te
bieden aan locaties die door hun universele waarde in aanmerking komen voor
behoud als onderdeel van het werelderfgoed voor toekomstige generaties.
Slot Drottningholm
Het
Slot Drottningholm is de woonplaats van de
Zweedse koninklijke familie. Het slot ligt op het eiland
Lövö ten westen van
Stockholm.
Slot Drottningholm
(drottning betekent koningin en holm eiland), van oorsprong een koninklijk
plezierslot op het eiland
Lövö in het
Mälarmeer ten westen
van
Stockholm, is sinds
1982 de woonplaats van
de Zweedse koninklijke familie.
Het Chinese paviljoen (Kina slott) is in de stijl van de Franse
rococo gebouwd en biedt
door het grote aantal Chinese en oriëntaalse elementen een exotische aanblik.
Het slottheater is een van de best bewaarde baroktheaters in Europa. Zijn
hoogtepunt beleefde het onder
Gustaaf III, die zelf
voor het theater schreef en zelfs als toneelspeler optrad. Na zijn dood
verviel het theater en het werd pas aan het begin van de
20e eeuw herontdekt en
in
1922 gerenoveerd. De
toneeltechniek is nog origineel en er is ook nog een verzameling van oude
toneelrekwisieten.
Tegenwoordig
wordt het theater weer voor opvoeringen gebruikt.
De redenen waarom de
UNESCO het tot monument op de werelderfgoedlijst heeft verklaard, zijn:
| Drottningholm – het
kasteel, het theater, het Chinese paviljoen, en het park – is het beste
voorbeeld in Zweden van een koninklijke 18-eeuwse residentie, en is
representatief voor alle Europese architectuur uit deze periode.
|
| het
Slot Drottningholm werd beïnvloed door het Franse
Versailles, zoals vele
andere paleizen in Europa in deze periode. |
Birka en Hovgården,
Vikingnederzettingen
Birka en
Hovgården liggen op twee buureilanden (Björkö
und
Adelsö) in het
Mälarmeer, het op twee
na grootste meer van Zweden. Hier worden overblijfselen aangetroffen van de
twee eeuwen dat de
Vikingen in Europa
expandeerden. Birka was de belangrijkste handelsplaats van de Vikingen en werd
gesticht in
790 door een
Vikingkoning. Op Adelsö was het paleis van de koning en van daaruit werd de
handelsplaats op Björkö beschermd. Ongeveer 200 jaar lang was Birka een
handelsplaats voor geheel Noord-Europa. Arabisch
zilver,
parels uit Oost-Europa
en
Rusland,
ijzer uit Bergslagen en
vellen en
pelsen uit het noorden
werden hier verhandeld. De opgravingen wijzen op een samenleving met een
sterke
hiërarchie en grote
klassenverschil. De stad had in zijn bloeitijd ongeveer 700 tot 1000 inwoners.
De stad wordt als de eerste echte stad in de geschiedenis van Zweden
beschouwd. In de tweede helft van de
10e eeuw werd Birka
verlaten. De redenen zijn onduidelijk, maar men vermoedt, dat aan de ene kant
de Scandinavische landstijging het scheepvaartverkeer bemoeilijkte, en aan de
andere kant de door
Erik Segersäll in 970
gestichte stad
Sigtuna de rol van
Birka als handelsplaats heeft overgenomen. Het koninghof op het eiland Adelsö
werd nog gebruikt en in de
13e eeuw werd de
koninklijke burcht Alsnöhus gebouwd. In de
14e eeuw werd het
geheel verlaten en vervielen de gebouwen. Op beide eilanden bevinden zich
talrijke
grafheuvels uit de
Vikingtijd en de stad en het koningshof zijn door
archeologen opgegraven.
De talrijke vondsten worden in een museum op het eiland Björkö tentoongesteld.
De redenen
waarom dit monument op de werelderfgoedlijst zijn opgenomen zijn:
| het monument is een
goed bewaard voorbeeld van de handelsnetwerken van de Vikingen gedurende de
twee eeuwen waarin ze economisch en politiek expandeerden in Europa.
|
| Birka is een van de
meest complete en best behouden overblijfselen van de gouden tijd van de
Vikingen van de jaren 700 tot 900. |
Hoogovens van Engelsberg
De hoogovens
van Engelsberg bevinden zich in
Västmanland, en het is
een industriemuseum. Het was in de 18e en 19e eeuw een van de modernste
hoogovens in Europa.
Tot het monument behoren het herenhuis met park, de bureaugebouwen,
arbeiderswoningen en natuurlijk de industriegebouwen, waarin zich nog altijd
het gehele toenmalige technische machinepark bevindt. Ängelsberg ligt in de
regio
Bergslagen, het
traditionele mijngebied van Zweden. In
1681 werd daar een
hoogoven gesticht, dat
het
ijzererts van de
omliggende
mijnen verwerkte. Het
houtskool, om de
temperatuur tijdens het proces te verhogen, kwam uit de bossen uit de
omgeving. Binnen enige tientallen jaren had de fabriek zich al tot een van de
belangrijkste ijzerproducenten van Zweden ontwikkeld. Aan het einde van de 19e
eeuw raakten de hoogovens vanwege de concurrentie van buitenlandse
ijzerproducenten met modernere technologie in economisch zwaar weer. Weliswaar
werd in
1917 noch
gemoderniseerd, maar werd de fabriek in
1919 toch stilgelegd.
In de zeventiger jaren werden de hoogovens gerestaureerd. Het is nu in de
toestand van ongeveer
1870, toen de fabriek
de laatste keer werd verbouwd. De machines en technische gebouwen uit deze
tijd (vooral de hoogoven en de smederij) zijn volledig functioneel.
De reden voor opname op
de werelderfgoedlijst was:
| Engelsberg is een
exceptioneel voorbeeld van een belangrijke Europese industrie van de 17e tot
de 19e eeuw, met belangrijke technische overblijfselen en met zowel
bureaugebouwen als woningen.
|
Rotstekeningen van Tanum
De
rotstekeningen (ook wel
petrogliefen
genoemd) in Tanum, in het noorden van
Bohuslän, in
zuidwest-Zweden, zijn uit de
bronstijd en
ongeveer 3000 jaar oud. De afgebeelde motieven zijn rijk en
gevarieerd, ze gaan over mensen en dieren, wapens, boten en andere
onderwerpen. Ze laten het leven en het geloof van de mensen in
Europa ten tijde van de
bronstijd
zien.
De
rotstekeningen rondom Tanum zijn te vinden op zes plaatsen: Vitlycke,
Aspeberget/Tegneby, Fossum, Litsleby, Gerum en Kalleby. Elke plaats
is verschillend en heeft zijn eigen karakter. Vitlycke is het
centrum van het werelderfgoedgebied. De rotstekeningen hier zijn
hier het grootst en het meest gevarieerd in Zweden. Bij Vitlycke
bevindt zich ook een museum.
Bij Fossum is er een grote rotstekening met 130 figuren in een
samenhangende compositie, een strijd- of een jachtscène.
Bij Litsleby zijn er rotstekeningen over strijd. Een 2,5 m grote man
met speer is de grootste menselijke figuur, die men in de
rotstekeningen heeft aangetroffen. In de buurt van deze figuur is
een strijdscène te paard, waarbij de mannen met speren en met
schilden zijn bewapend.
Toen de rotstekeningen werden gemaakt (1800
tot 500 v.Chr.), lagen deze plaatsen aan het water. Tegenwoordig
zijn deze plaatsen door de Scandinavische landstijging, als gevolg
van het terugtrekken van het ijs na de laatste
ijstijd, 25
tot 30 meter boven zeeniveau.
De redenen
aangegeven door de UNESCO waarom de rotstekeningen van Tanum op de
werelderfgoedlijst zijn toegelaten, zijn:
| ze zijn
een exceptioneel voorbeeld van rotstekeningen uit de bronstijd en
zijn van bijzonder goede kwaliteit |
| het is
een weergave van vele aspecten van het (culturele) leven gedurende
de bronstijd |
| het
landschap in Tanum getuigt van de ononderbroken bewoning van het
gebied, dat meer dan 8000 jaar van de menselijke geschiedenis
beslaat
|
|
Skogskyrkogården
("Boskerkhof"), de
begraafplaats
Dit
kerkhof in
Enskede, een
buitenwijk van
Stockholm, is
ontstaan tussen 1917 en 1940. Het is ontworpen door twee jonge
architecten,
Gunnar Asplund
en
Sigurd Lewerentz,
op de plaats van de vroegere delfgrond voor stenen, die met
dennen
overgroeid was. Het ontwerp verenigt de vegetatie met
architectonische elementen, en haalt daarbij voordeel uit de
onregelmatigheden van het grondstuk. De Kapel van de Opstanding werd
gebouwd in 1926, het
crematorium
van 1934 tot 1940.In
het Tallum-paviljoen, in het zuidelijke deel van Skogskyrkogården,
is een permanente tentoonstelling over het kerkhof en de beide
architecten.
De reden voor
opname op de werelderfgoedlijst was:
|
Skogskyrkogården is een exceptioneel voorbeeld hoe architectuur en
landschap gecombineerd kunnen worden in een kerkhof. Deze creatie
heeft grote invloed gehad op het ontwerp van kerkhoven over de
hele wereld. |
|
Visby, de
hanzestad
Visby
is de grootste stad op het
Zweedse
Oostzee-eiland
Gotland en de
hoofdstad van zowel de provincie
Gotlands län
als de gemeente Gotland, die beide het gehele eiland beslaan. De
hanzestad
telt 22.236 inwoners (31-12-2005), een oppervlakte van 1208
hectare en is
een van de veertien Zweedse monumenten op de
Werelderfgoedlijst
van de
UNESCO
Visby werd in de
10e eeuw
gesticht en was van de
12e tot de
14e eeuw een
van de belangrijkste hanzesteden. Door zijn ligging nam het een
belangrijke plaats in in de handel over de
Oostzee en de
Noordzee. In
1361 werd de
stad door
Denemarken
veroverd, maar in de
17e eeuw weer
door Zweden geannexeerd. Na de 14e eeuw nam het belang van de stad
sterk af. Dit kwam onder andere door de
pest, door
piraterij,
doordat Denemarken en Zweden om deze stad enige oorlogen voerden, en
uiteindelijk in
1525 door de
aanval van de Duitse stad
Lübeck. Door
de economische teruggang werden de gebouwen en constructies uit de
bloeitijd van de stad gespaard (er was geen noodzaak om gebouwen te
vervangen, voor andere, door economische ontwikkeling veroorzaakte,
toepassingen). Al in het begin van de
19e eeuw werd
de stad tot nationaal monument verklaard. Van alle ongeveer 220
hanzesteden was Visby dan ook in een van de beste posities om in
1995 tot werelderfgoed te worden verklaard.
|
Kerkdorp Gammelstad
in
Luleå
Het
kerkdorp is gelegen binnen de stad
Gammelstad
en ligt ongeveer 5 kilometer buiten het centrum van de stad
Luleå in de
provincie
Norrbotten in
Noord-Zweden.
Een
kerkdorp bestaat uit een centrale kerk, met huizen eromheen, waar de
gemeenteleden kunnen overnachten. De stallen liggen direct buiten
het dorp. De reden om een Kerkdorp in te richten is het grote gebied
dat bij een parochie of kerkgemeente hoort. Door de grote afstanden
was het vroeger niet mogelijk voor de gemeenteleden om aan te
reizen, een kerkdienst bij te wonen en terug te keren op dezelfde
dag. Daarom bracht men een nacht door in het kerkdorp. Het oponthoud
in het kerkdorp werd niet alleen gebruikt voor het bezoek aan de
kerk. Allerlei inkopen en zaken werden dan ook afgehandeld, zodat
kerkdorpen zich ook tot zakelijke centra ontwikkelden.
1000 jaar
geleden was het huidige Gammelstad een klein eiland in de
uitstroomdelta van de
Lulerivier.
In de
12e eeuw werd
Gammelstad het centrum van een kerkgemeente, die zich langs de
rivieren
Kalixrivier,
Luleälv en
Rånerivier
van de bergen tot aan de kust strekte. Inmiddels bestaat het eiland
niet meer door de landstijging als gevolg van het terugtrekken van
het ijs na de laatste
ijstijd.
De kerk stamt uit de
14e eeuw en
is uit steen opgebouwd. De huizen (Kyrkstugor), 250 in aantal, zijn
allen van hout, volgens de typische Scandinavische bouwstijlen.
Een ander relatief goed behouden kerkdorp is
Öjebyn in
Piteå, 60 km
zuidelijker.
De redenen voor
opname op de werelderfgoedlijst waren:
| het
monument heeft bijzondere waarde, omdat het een opmerkelijk
voorbeeld is van een traditioneel kerkdorp in Noord-Scandinavië
|
|
het illustreert de bijzondere aanpassing van conventioneel
stadsontwerp aan de speciale
geografische
en
klimatologische
omstandigheden van een vijandelijke natuurlijke omgeving.
|
|
Lapland
(Laponia
:Latijn
voor "Lapland")
Het gebied van het werelderfgoed beslaat 9400 vierkante kilometer. In dit
gebied liggen vier nationale parken (Muddus,
Sarek,
Padjelanta en
Stora Sjöfallet) en
twee natuurreservaten (Sjaunja
en
Stubba). Het gebied
bevat bergketens, gletsjers, hoogvlakten, oerbossen, grote bergmeren,
stroomversnellingen, en een uitgebreide dieren- en plantenwereld met
meerdere bedreigde soorten.
De redenen voor opname
als natuurerfgoed waren:
| Lapland is
van bijzondere universele waarde, omdat het lopende voorbeelden laat zien
van
geologische,
biologische en
ecologische
processen. |
| het heeft een
grote variëteit aan natuurlijke fenomenen. |
| de
natuur is bijzonder mooi en biologisch divers, met onder andere de
bruine beer en
alpine
flora.
|
De redenen voor de
opname als cultuurerfgoed waren:
| de
Saami wonen sinds de
prehistorie in het
gebied, en Lapland is een van de laatste, en zeker de grootste en best
bewaarde voorbeelden van transhumance, de trek, afhankelijk van het
seizoen, van kuddes rendieren tussen bergen en vlakten.
|
| Transhumance was
vroeger wijdverbreid en dateert van de eerste stadia van menselijke
economische en sociale ontwikkeling.
|
|
Vlootbasis Karlskrona
Karlskrona in Zuid-Zweden is een bijzonder voorbeeld van een
laat
17e eeuwse
geplande Europese vlootbasis. De originele indeling en veel van de
gebouwen hebben intact overleefd, samen met de vlootinstallaties,
die de ontwikkelingen tot op heden illustreren. De vlootbasis stamt
uit
1680, toen
Zweden een grote macht was en heerste over land van hedendaags
Finland,
Estland,
Litouwen en
delen van Noord-Duitsland.
Karlskrona werd gebouwd op toenmalig op
Denemarken
veroverd land. Er werd een
scheepswerf
gebouwd en opslagplaatsen. In
1681 liep het
eerste schip van stapel.
In
de volgende eeuwen werd de werf uitgebouwd, onder andere vanwege
oorlogen tegen Denemarken en
Rusland. Een
volgende uitbouw werd uitgevoerd tijdens de
Tweede Wereldoorlog,
waarbij Zweden neutraal was. Sinds deze tijd lopen de activiteiten
in de stad terug.
De motivatie van
de UNESCO voor opname op de werelderfgoedlijst was:
|
Karlskrona is een bijzonder goed behouden voorbeeld van een
Europese vlootbasis, die componenten bevat, afgeleid van vroegere
basissen in andere landen en welke op zijn beurt weer model heeft
gestaan voor andere steden met vergelijkbare functies.
|
|
Vlootbasissen speelden een belangrijke rol gedurende de eeuwen,
toen de zeemacht een belangrijke factor was in de Europese
politiek. Karlskrona is het best en het compleetst bewaard
gebleven.
|
|
Hoge Kust (Höga
kusten)
en de
Kvarkenarchipel
(gedeeltelijk in
Finland)
De Hoge
Kust bevindt zich in
Ångermanland in de
noordelijk gelegen provincie
Västernorrlands län
aan de westkust van de
Botnische Golf, een
noordelijke verlenging van de
Oostzee. Het gebied
is 142.500
hectare groot,
inclusief 80.000 hectare zee en eilanden in deze zee. De bijzondere
topografie van de regio bestaat uit een aantal meren, baaien en vlakke
heuvels tot 350 meter hoogte. Het gebied is gevormd door een combinatie van
krachten door de ijslaag gedurende de
ijstijd, het
terugtrekken van het
landijs en het
oprijzen van nieuw land uit de zee. Sinds de laatste terugtrekking van het
ijs, zo'n 9600 jaar geleden aan het begin van het
Holoceen, is het land
285 meter gestegen. Het stijgt nog altijd met 8 mm per jaar. Dit
verschijnsel wordt
isostasie genoemd.
Tijdens de ijstijd was de dikte van het landijs op deze plaats ongeveer 3
km. Door het gewicht van de ijslaag zakte de
aardkorst omlaag. Nu
het landijs gesmolten is, veert de aardkorst langzaam weer omhoog.
Dit is de grootste
landverhoging ter wereld, zover bekend, als gevolg van het terugtrekken van
het ijs uit de ijstijd. De verhoging van het land heeft tot gevolg dat de
regio in een relatief snel tempo verandert. In de zee ontstaan en vergaan
telkens weer eilanden of delen van eilanden.
De zee bestaat uit
brak water, als gevolg van de steeds verdere afsluiting van de
Atlantische Oceaan.
Er bestaan door de unieke topografie meerdere zee-ecosystemen op relatief
korte afstand.
De reden voor opname op
de werelderfgoedlijst was:
| het
monument is een van de plaatsen ter wereld waar
isostatische
bodemverhoging, vanwege het verdwijnen van het ijs, plaatsvindt. De
isostatische omkering is goed zichtbaar en de uniekheid van de regio is
een resultaat van de isostatische bodemverhoging, die groter is dan op
andere plaatsen. De regio is een typisch gebied voor onderzoek naar dit
fenomeen, en werd ook als eerste in deze regio herkend en bestudeerd
|
De
Kvarkenarchipel (Zweeds:
Kvarken /
Fins:
Merenkurkku) is een zeegebied in de
Botnische Golf,
op het smalste gebied tussen
Zweden en
Finland. Hier
ligt ongeveer 80 km water tussen de landen. Ook liggen er vele
eilanden in de zee. Er zijn plannen om een brug tussen de twee
landen aan te leggen.
|
Agrarisch landschap van Zuid-Öland
Het eiland
Öland is het
op drie na grootste eiland in de
Oostzee. Het
zuidelijke deel bevat één derde van het eiland en wordt gedomineerd
door een groot
kalkstenen
plateau. Het bevat akkers, weide, dorpen, vluchtheuvels en beekjes.
Mensen wonen hier al 5000 jaren sinds de
steentijd en
hebben hun manier van leven aangepast aan de fysische beperkingen
van dit eiland. Hierdoor is het landschap uniek, met een grote
hoeveelheid aan tekenen van het leven in de prehistorische tijd tot
heden, waarbij het gebruik van het land echter nauwelijks is
veranderd.
Door de opdeling
van het landschap zijn langgetrokken "lijndorpen" ontstaan. De
kalksteen van het eiland is gebruikt voor de huizen en de typische
windmolens op het eiland.
Er zijn veel tekens vanuit de verschillende
tijdperken: grafmonumenten uit de steentijd, grafheuvels uit de
bronstijd,
prehistorische forten en huisfunderingen, stenen afgrenzingen van
akkers en grote kerkhoven uit de
ijzertijd.
De
helft van het werelderfgoed bestaat uit
heide. Deze
heide bestaat uit een dunne laag aarde. Hierdoor kan er extreme
droogte optreden en ook overstromingen. Dit heeft een unieke
flora laten
ontstaan. De vlakke aan de kust gelegen weiden zijn aantrekkelijk
voor vogels.
De redenen voor opname in het Werelderfgoed waren:
| het landschap is gevormd door de lange culturele
geschiedenis, aangepast aan de fysische beperkingen door de
geologie en
topografie
van het eiland. |
| Zuid Öland is een uitstekend voorbeeld voor
menselijke bewoning, die optimaal gebruik maakt van de
verschillende landschappelijke types op een eiland. |
|
Mijngebied van de grote Koperberg
Stora Kopparberget in
Falun
De Zweedse naam
voor het monument is Kopparbergslagen. Het bevindt zich bij
Falun, rondom de berg
Kopparberget. Het is een unieke getuige van de industriegeschiedenis van
Zweden.
Al in de
9e eeuw werd hier
koper afgebouwd. In
de
17e eeuw werd dit
gebied het belangrijkste industriegebied van Zweden. Vanaf de
18e eeuw ging het
echter bergafwaarts. Uiteindelijk in
1992 werd de laatste
mijn gesloten.
Het grote gat in
de grond dat door mijnbouw is ontstaan bij Falun is typisch voor dit
monument. In Falun vindt men vele historische gebouwen. In de omgeving zijn
er veel overblijfsels van de periode van industriële bloei.
De opname op de
werelderfgoedlijst was een gevolg van:
| het delven van
koper was gebaseerd op Duitse technologie, maar het gebied was een van de
grootste producenten van koper in de 17e eeuw en oefende veel invloed uit
op de mijnbouwtechnologie in de gehele wereld gedurende 2 eeuwen.
|
| het gehele
landschap van Falun wordt gedomineerd door de overblijfselen van de
kopermijnbouw. De productie begon in de 9e eeuw en werd beëindigd aan het
einde van de 20e eeuw. |
| de zich
opvolgende perioden in de economische en sociale revolutie van de
koperindustrie in het gebied van Falun, van kleine tot grote industriële
activiteit, tekent zich af in de vele industriële, stedelijke en
huiselijke overblijfselen, die de tijd hebben overleefd.
|
|
Radiostation Varberg
Het
Radiostation Varberg bij
Grimeton in
zuid-Zweden (gebouwd van
1922 tot
1924) is een
zeer goed bewaard monument van de vroege
trans-Atlantische
communicatie.
Het bestaat uit een
lange golf
zender,
inclusief zes 127-meter hoge stalen masten, waartussen een
staaldraad is gespannen, die functioneert als
antenne.
Hoewel het niet langer regelmatig wordt gebruikt, is de zender zo
onderhouden, dat het nog altijd volledig functioneert. Het gebied is
110
hectare
groot. Hierop staan gebouwen die de originele Alexanderson-zender
met de antennemasten, de
korte golf
zender met antennes, en een woongebied voor het personeel van het
radiostation.
Architect
Carl Åkerblad heeft de hoofdgebouwen ontworpen in
neoklassieke
stijl.
Ingenieur
Henrik Kreüger was verantwoordelijk voor de antennemasten. In de
tijd van de bouw van het station waren deze torens de hoogste
bouwsels in Zweden. Het herkenningsteken van deze zender was SAQ (beluisteren).
De zender werd tot de vijftiger jaren gebruikt voor de communicatie
met Radio Central op
Long Island
in de
Verenigde Staten.
Tot 1996 werd de zender gebruikt voor communicatie met
onderzeeboten.
De frequentie die gebruikt werd was 17.2 kHz. Op speciale dagen
zoals Alexandersondag (laatste weekend van juni) worden nog teksten
in
Morse
verzonden.
De opname op de
werelderfgoedlijst was een gevolg van:
| het radiostation Varberg is een monument, die de
procesontwikkeling van de communicatietechnologie in de periode na
de
Eerste Wereldoorlog
documenteert. |
| het radiostation is een uitstekend voorbeeld van de ontwikkeling
van de
telecommunicatie
en is het enige overlevende voorbeeld van een groot zendstation
van voor de elektronische technologie en de ontwikkeling van de
telecommunicatie daarna.
|
|
Geodetische boog van Struve
in Wit-Rusland, Estland, Finland, Letland, Litouwen, Noorwegen, Moldavië,
Rusland, Zweden en Oekraïne.
De Geodetische boog van Struve strekt zich uit van
Hammerfest in
Noorwegen tot aan de
Zwarte Zee. De boog
beslaat een lengte van 2820 kilometer en loopt door tien verschillende
landen. Door middel van de meetpunten op de boog, kan nauwkeurig de grootte
en de vorm van de aarde worden berekend door middel van
driehoeksmeting. De
boog is genoemd naar de
astronoom
Friedrich Georg Wilhelm von Struve
(1793-1864).
In zijn opdracht werden tussen
1816 en
1855 258 driehoeken
en 265 vaste punten geïnstalleerd. Deze punten zijn op verschillende wijze
gemaakt; zo zijn er gaten in rotsen, ijzeren kruisen, stenen en
obelisken die de
punten aangeven. De term geodetisch verwijst naar het wiskundige begrip
geodeet dat de
kortste verbinding tussen punten aanduidt, en naar
geodesie, de
wetenschap die onder andere de vorm van de aarde bestudeert.
De
Geodetische boog van Struve loopt door de volgende landen:
| Noorwegen
|
| Zweden
|
| Finland
|
| Rusland
|
| Estland
|
| Letland
|
| Litouwen
|
| Wit-Rusland
|
| Moldavië
|
| Oekraïne
|
Ten tijde van
aanleg waren dit slechts twee landen; Zweden-Noorwegen en het Russische
keizerrijk.
De boog van
Struve is een opmerkelijk voorbeeld van wetenschappelijke samenwerking
tussen wetenschappers uit verschillende landen en tussen verschillende
staatshoofden. |
Heeft u vragen, op- en/of aanmerkingen laat ons dat even weten d.m.v. het invullen van het contactformulier op de website |