De
zuidelijke en oostelijke gebieden van Västergötland zijn heuvelachtig en
behoren tot het
Zuid-Zweedse hoogland.
Het hoogste punt van Västergötland heet Galtåsen en ligt op 362 meter
boven de
zeespiegel.
Het noordelijke en westelijke deel van het landschap zijn grotendeels
vlak en behoren tot de Centraal-Zweedse
vlakte. Het
gedeelte van de vlakte wat in Västergötland ligt heet Västgöta-slätte.
Västergötland heeft een kleine kuststrook met het
Kattegat. Voor
deze kust ligt echter een groot aantal eilanden, het zuidelijke deel van
de
scherenkust van Göteborg
behoort namelijk tot Västergötland.
In het
noordwesten grenst Västergötland aan het
Vänermeer, het
grootste meer van Zweden. In het noordoosten grenst Västergötland aan
het
Vättermeer, het
op een na grootste meer van Zweden. De grens met het Vänermeer is 330
kilometer lang en de grens met het Vättermeer is 130 kilometer lang.
Door Västergötland loopt de rivier de
Göta älv. Deze
rivier loopt uit het Vänermeer en mondt uit in het Kattegat.
De Göta älv is een
Zweedse rivier
die het water van het
Vänermeer in het
Kattegat en de
Noordzee afvoert.
De Göta älv mondt bij
Göteborg aan de
westkust van Zweden in het
Kattegat uit. De
rivier is in de regio
Götaland gelegen.
De omgeving van de rivier was de locatie van een vroege
Geatische
nederzetting. Het
Bohus Fort van
die nederzetting is bij de rivier ter hoogte van
Kungalv gelegen.
Bij
Trollhättan is in
de rivier een
dam aangelegd met
daarbij
sluizen en een
waterkrachtcentrale
om energie op te wekken.
De sluizen maken de rivier bevaarbaar. De rivier maakt deel uit van de
meest landinwaartse waterweg die dwars door Zweden naar
Stockholm gaat.